Wie is er nou geen fan van kaaskroketjes? Toch proef je al snel het verschil tussen zelfgemaakte kaaskroketjes en industriële kaaskroketjes. Het grote voordeel als je ze zelf gaat maken is dat je lekkere kazen kunt gebruiken. Hierdoor kun je een kaaskroketje veel smaakvoller maken. Denk bijvoorbeeld aan een met veel pit door gruyère of juist extra zoutig door oude kaas te gebruiken. Als je dit recept gaat maken voor kaaskroketjes dan moet je erop letten dat je één soort jonge kaas gebruikt en één pittige of oude kaas. Hierdoor krijg je een prettige structuur en smelt de kaas beter als je het kroketje aansnijdt. Let er ten slotte op als je de roux maakt om koude bouillon te gebruiken. De basis voor het maken van roux is het gebruiken van koude roux op warme bouillon of warme roux op koude bouillon. Dit recept gebruik ik het laatste, omdat dit het snelste werkt. Roer altijd goed door zodat je pan niet aanbrandt. Zodra dit toch gebeurd moet je helaas opnieuw beginnen.
Kaaskroketjes zijn superlekker. Je proeft dan ook echt het verschil als je ze zelf maakt. Kies altijd voor lekkere en goede kazen.
Week de gelatineblaadjes in koud water en laat staan.
Smelt ondertussen de roomboter om een roux te maken. Zodra de boter gesmolten is draai je het vuur omlaag en voeg je de bloem toe. Roer voorzichtig en gaar de roux, totdat deze naar koekjes gaat ruiken.
Voeg een derde van de koude bouillon toe en roer goed door met een garde. Zodra de massa glad is voor je in twee keer de resterende bouillon toe. Draai het vuur lager en kook de roux gaar in 10 tot 15 minuten op laag vuur terwijl je regelmatig blijft roeren. Dit laatste is het belangrijk om te voorkomen dat de pan aan gaat branden.
Knijp de gelatine uit en voeg dit toe aan de salpicon. Voeg vervolgens geraspte kazen toe en breng op smaak met zout en peper. Dit mag je best op hoog op smaak brengen. De paneerlaag maakt het kroketje vaak flauwer van smaak.
Draai het vuur uit en stort uit in een bak. Laat de massa opstijven. Portioneer vervolgens de kroketjes in de gewenste grootte.
Zet nu je werkstation klaar om de kroketjes te paneren. Zet drie bakken klaar waarvan één met bloem, één met eiwit en één met pankomeel. Panneer de salpicon in de volgorde: bloem, eiwit, panko. In principe is een keer genoeg, mocht je kroketje klappen bij het bakken, kun je ervoor kiezen om dubbel te paneren. Frituur de kroketjes op 180 graden Celsius goudbruin af. Als je kroketjes bakt, raad ik aan om dit altijd ontdooid te doen. Hiermee verklein je de kans dat een kroketje klapt bij het bakken.
In deze koopgids
Ingrediënten
Aanwijzingen
Week de gelatineblaadjes in koud water en laat staan.
Smelt ondertussen de roomboter om een roux te maken. Zodra de boter gesmolten is draai je het vuur omlaag en voeg je de bloem toe. Roer voorzichtig en gaar de roux, totdat deze naar koekjes gaat ruiken.
Voeg een derde van de koude bouillon toe en roer goed door met een garde. Zodra de massa glad is voor je in twee keer de resterende bouillon toe. Draai het vuur lager en kook de roux gaar in 10 tot 15 minuten op laag vuur terwijl je regelmatig blijft roeren. Dit laatste is het belangrijk om te voorkomen dat de pan aan gaat branden.
Knijp de gelatine uit en voeg dit toe aan de salpicon. Voeg vervolgens geraspte kazen toe en breng op smaak met zout en peper. Dit mag je best op hoog op smaak brengen. De paneerlaag maakt het kroketje vaak flauwer van smaak.
Draai het vuur uit en stort uit in een bak. Laat de massa opstijven. Portioneer vervolgens de kroketjes in de gewenste grootte.
Zet nu je werkstation klaar om de kroketjes te paneren. Zet drie bakken klaar waarvan één met bloem, één met eiwit en één met pankomeel. Panneer de salpicon in de volgorde: bloem, eiwit, panko. In principe is een keer genoeg, mocht je kroketje klappen bij het bakken, kun je ervoor kiezen om dubbel te paneren. Frituur de kroketjes op 180 graden Celsius goudbruin af. Als je kroketjes bakt, raad ik aan om dit altijd ontdooid te doen. Hiermee verklein je de kans dat een kroketje klapt bij het bakken.
